Terug naar overzicht van bijlagen
Rookmaaker heeft zich breder uitgelaten over de vraag hoe het kan dat mensen verantwoordelijkheid dragen, maar dat tegelijkertijd de afloop geheel door God bepaald wordt.
“In de achttiende eeuw vergeleken de deïsten God met een horlogemaker en zijn schepping met een klok, een soort superuurwerk. De sterren en de planeten en al het overige in deze wereld werken als wieltjes binnen in wieltjes en die weer in wieltjes, in wieltjes, in wieltjes enzovoort. God maakte dit grote uurwerk, wond het op, en toen legde Hij het weg en liet het op eigen kracht lopen. Het horloge is een beeld van totaal determinisme. Wij doen wat wij doen want zo is het uurwerk gemaakt. Echter, de vergissing in dit voorbeeld is dat het God te klein maakt want de grote God Almachtig, de Ene wiens naam alle namen te boven gaat, schiep deze wereld als een horloge dat niet alleen op tijd loopt (Zijn tijd !) maar waarin tegelijkertijd alle radertjes vrij zijn om te bewegen zoals zij willen.
In Gods klok heeft ieder ding zijn eigen vrijheid om te kiezen (en daar is een ieder zelf voor verantwoordelijk (w.g.r.), zelfs atomen maken keuzes, zoals Heisenberg ontdekte. Als je bijvoorbeeld twee gassen neemt en je mengt het ene met het andere, dan maakt 50 procent van het gas een nieuwe chemische substantie en vijftig procent werkt daar niet aan mee. Als je één speciaal atoom zou volgen, zou je nooit kunnen voorspellen of het zich bij het ene of het andere zou voegen. Dus, atomen hebben blijkbaar een vrije keus.
Nu is de vrijheid van een atoom natuurlijk beperkt, maar het laat wel zien dat de totaliteit van het universum loopt op vrijheid. Alles is vrij en alles is in beweging, en toch is er geen chaos. Als wij een horloge zouden maken en alle kleine raderen zouden vrij zijn, zou het geen seconde goed draaien. Een machine is altijd totaal gedetermineerd. Als een wieltje een beetje los zit, stopt de machine. Maar God maakt alle raderen vrij en toch blijft het lopen. Het gaat al mijn verstand te boven dat God dit universum kon maken, uit niets kon scheppen, maar het gaat mijn verstand totaal te boven dat Hij het kon maken op zo’n manier dat alles perfect in elkaar past en toch tegelijkertijd vrij is! Verzamelde Werken VI, p.291. Zie ook Rolie Barth: De kosmos, het leven – een meesterwerk Buyten en Schipperheyn, 2020, waar het bovengenoemde verschijnsel breed wordt besproken.