Levensleiding

Als we kijken naar onze samenleving lijkt ons leven van de wieg tot het graf verzekerd en verzorgd. En toch.. hoe komt het, dat je in alle damesbladen vaste rubrieken vindt over horoscopie, hoe je in de sterren en de sterrenbeelden je toekomstig leven kunt aflezen. Ik was pas geleden in een Chinees restaurant en ze schoven onder mijn bord zo’n placemat met sterrenbeelden, waar precies bijstond: als je dan en dan geboren was, dan zou je zo en zo’n leven krijgen, enz. Helderzienden krijgen vandaag veel aandacht.

Actualiteit.

Ondanks alle sociale zekerheid zijn de mensen vandaag de dag  innerlijk onzeker, vragen ze naar de toekomst, willen ze een stuk leiding krijgen, zoeken dat. Vragen als ze jong zijn, met wie moet ik trouwen, is het de goede man of vrouw? Waar moet ik wonen? Kan ik dit huis nu kopen of moet ik een huurhuis nemen? Wat voor beroep moet ik mijn zoon aanraden? Hoe zal het met mijn ziekte aflopen? Als niemand mij dit zeggen kan, dan vraag ik het aan de sterren. Mensen gaan dan op zoek. Sterrewichelarij, of in het oosten hebben ze een methode, het I-ching, of ze gaan naar mensen met paranormale gaven.

Biedt de Bijbel en het geloof zich nu aan als één van de middelen, waarlangs wij de weg naar de toekomst duidelijk leren kennen? Je kan ook vragen: hebben Christenen het niet makkelijk, want zij kunnen toch God vragen en Hem bidden, dat Hij hen leidt?

Maar ook binnen de kerk en de kring van gelovigen zijn er veel vragen zijn  rond dit onderwerp en die vragen onder gelovigen worden niet eensluidend beantwoord.

Wij zingen wel veel over de leiding van God in ons leven, het zijn soms de bekendste liederen: ‘’Heer, ai maak mij uwe wegen’’, of ‘’Beveel gerust uw wegen’’ en ‘’Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs uw voet kan gaan.’’

Dat zijn allemaal liederen over levensleiding. En toch vergis ik me niet als ik zeg, dat we er wel van zingen, maar er toch weinig met zekerheid over spreken. Zodra we erover gaan denken en erover gaan praten, dan blijkt maar al te vaak, dat dit een netelig onderwerp is.

Hoe kan je dan, vragen jongeren mij, zeker worden van wat Gods wil is in je leven, welke baan je moet kiezen en wat Hij daar van denkt? Zou God zich wel bemoeien met zulke praktische vragen? De een spreekt er hoog over en schrijft er boeken over vol, zoals vrouwen als Corrie ten Boom of Edith Schaeffer. Een ander heeft een compromis gemaakt en denkt alleen in grote dingen van het leven, daar bemoeit God zich mee. De rest laat Hij aan ons over. En er zijn ook vele, ook in onze eigen kring, die op dit punt een bittere ervaring achter de rug hebben. Ze hebben het eens gewaagd om een teken te vragen, maar toen ze in hun enthousiasme daar naar handelden, hebben ze flink hun vingers gebrand. Zoals die man uit Groningen, die hoog verlegen zat om een nieuw huis en maar bad, omdat hij voor een bepaalde termijn een nieuw huis moest hebben, waarop hij op de laatste avond voor het verstrijken van die termijn een fantastisch aanbod kreeg. Hij zag daarin de leiding van God en tekende meteen het contract. Maar een week later bleek al, dat de totale fundering van het huis verrot was. Met andere woorden, dit onderwerp is onder ons vaak heel gevoelig en omgeven met allerlei ervaringen die bij velen ook veel verschillen. En vandaar het belang van dit onderwerp. Dus wereldwijd in de samenleving is er ondanks alle zekerheid, innerlijk toch een zoeken naar zekerheid: naar leiding, naar de weg, de weg waarvan ze misschien niet zullen zeggen de weg van God, maar de ware weg met mijn leven.

 

Binnen de kerk is dit onderwerp omgeven met vragen. Daarom het belang om op deze dag ons aan dit onderwerp te wijden, ik spreek over drie punten:

De leiding van God is ons leven:

  1. Wat is het niet?
  2. Wat is het wel?
  3. Hoe werkt het?

Door de hele lezing heen hoop ik steeds te laten zien wat de Bijbel daarvan zegt.

  1. Wat is het niet?

De leiding van God in ons leven. Betekent het dit, dat wij als gelovigen een soort alles omvattende, alles wetende, alles bepalende computer tot onze beschikking hebben? Een mastermind? We hoeven maar de goede toetsen in te slaan en we krijgen informatie van boven. Hoe we handelen moeten, wat God van ons verwacht. Sommige verhalen van sommige mensen met een bijzondere levensleiding kunnen weleens die indruk wekken.

Isobel Kuhn, een zendelinge waarover ik eigenlijk alleen met de grootste respect zou willen spreken, vertelt in haar boeken (ze werkte in Zuid-Oost Azië als zendeling), dat ze een keer in tweestrijd stond, of dat ze naar Shanghai zou afreizen of dat ze thuis moest blijven. Ze sloeg de Bijbel op en het Woord kwam tot haar in Genesis 12: ‘’De Heere zeide tot Abraham: Ga uit uw land en uit uws vaders huis naar het land dat Ik u wijzen zal.’’ Ze nam dit op als aanwijzing van de Heere dat ze moest afreizen en toen ze in Shanghai aankwam merkte ze dat haar komst dringend nodig was. Zo werd ze in de leiding in haar leven bevestigd.

Vorige week vertelde een meisje in mijn gemeente mij een soortgelijk verhaal. Ze verkeerde in een periode van twijfel in heer leven en bad en sloeg de Bijbel op en een tekst uit Jeremia sloeg direct aan bij haar probleem en ze wist welke keuzes ze moest maken.

Mijn bezwaar tegen zulke verhalen is dit, dat ze een verkeerde indruk geven van wat leiding van God in ons leven nu eigenlijk is. Ik ontken niet dat God ons op heel veel bijzondere wegen kan wijzen wat Hij wil. Dat Hij ons zelfs kan leiden via een weg van wat ik magisch misbruik van de Bijbel kan noemen. Zelfs langs die weg kan God ons leven leiden. Alleen, de verkeerde indruk bij zulk soort verhalen, die ook hier gewekt wordt, is dat die leiding van God dan tot uitdrukking komt in iets buitengewoons van een bovennatuurlijke stem of een aparte tekst of een droom, iets bijzonders, terwijl God het meestal leidt door heel gewone dingen: afweging, advies, situatie en omstandigheden.

Maar waar ik vooral hier aan het begin even bij stil wil staan, waarom ik zei:’’ Dat is het niet’’, dat is omdat bij zulke verhalen licht de indruk wordt gewekt, alsof de leiding van God in mijn leven, mij, mijn wil, mijn gevoel en mijn verantwoordelijkheid uitschakelt. En dat is niet waar.

Vooral mensen met een zwak zelfbesef en nogal twijfelachtige aard kunnen gemakkelijk wegvluchten in een geloof in Gods levensleiding en hun beslissing op de Heere afwentelen. Dat is het eerste wat mij treft als ik de Bijbel ga lezen met dit onderwerp in mijn gedachten: de leiding van God in ons leven.

Waar vinden we nu voor het eerst in de Bijbel het woord ‘leiding’? Dat God ons leidt. Dat is in de bekende geschiedenis van Eliëzer, direct aan het begin van de Bijbel. En daarom begin ik in aansluiting met dit eerste punt ook daar, want in die geschiedenis, een echte leidingsgeschiedenis, hoe de knecht Eliëzer erop uit moest om een vrouw voor Isaak te zoeken. In die geschiedenis blijkt precies heel duidelijk hoe de eigen verantwoordelijkheid van Eliëzer helemaal werd ingeschakeld en niet uitgeschakeld. Eliëzer moest er dus op uit om een vrouw te zoeken voor Isaak. Een vrouw voor jezelf zoeken is al een hele klus, een vrouw voor een ander zoeken lijkt me inderdaad nog veel moeilijker. Maar het lukt, dank zij heel bijzondere leiding. U weet hoe de geschiedenis gaat. Eliëzer komt dichtbij de plaats waar hij wezen moet, bij familie van Abraham en denkt daar: hoe moet ik in de wereld een vrouw vinden? En dan bidt hij daar in de woestijn en hij vraagt daar:’’ God van mijn vaderen, Heer van mijn heer Abraham, bewijs me nu die gunst, dat als ik straks aan een meisje vraag: Wil je me te drinken geven?, dat als het meisje is van Uw keus, dat ze me dan aanbiedt: Zal ik ook even uw kamelen te drinken geven?’’ Dat gebed bidt hij. Een gewaagd gebed om de leiding van God bij deze moeilijke keus. We weten wat er gebeurt. Als hij daar bij de put zit en het meisje wat daar aankomt hem aanbiedt: ’’Moet ik u wat te drinken geven?’’ En hij zegt: ‘’Ja graag’’, dan zegt ze spontaan: ‘’En zal ik ook uw kamelen drenken?’’ En zo wordt het gebed van Eliëzer rechtstreeks verhoord. En hij is zeer getroffen. Er staat zelfs letterlijk in vers 27: ‘’En de man, dat is Eliëzer, sloeg haar zwijgend gade om te zien of de Heere zijn weg voorspoedig gemaakt had.’’ Maar tegelijk is die reactie heel opvallend, want hij zegt dus niet: ‘’Hier heb je een regelrechte gebedsverhoring, jij bent de ware en nu mee.’’ Nee, er staat na dit gebeuren, dat hij kijkt om te zien of en dan gebruikt hij ten volle zijn verstand en zijn verantwoordelijkheid. Want hij gaat vragen wie ze is en of ze wel gelovig is of niet en van welke vader ze een dochter is, uit welke familie ze komt. Hij gaat met de familie kennis maken en dan aan het eind van dit proces staat pas, vers 48: ’’Geprezen zij de Heere, zegt Eliëzer, die mij geleid heeft.’’ Daar staat het woord: ‘’Die mij geleid heeft naar het huis van de broers van mijn heer.’’

Nu, zo zien we, er is levensleiding, maar ze sluit menselijke verantwoordelijkheid in. Verantwoordelijkheid om te wikken en te wegen. Wie leiding zoekt moet zijn verstand gebruiken. Advies vragen van goede vrienden. Nazoeken in de Bijbel wat Gods duidelijke wil is, die Hij bekend heeft gemaakt en nuchter rekenen met de door God gegeven aanleg en omstandigheden. En intussen God bidden om leiding en bevestiging op de weg. Terwijl wij voor 100% verantwoordelijk blijven en is tegelijkertijd, en dat is het geheim van dit onderwerp, God voor 100% met ons aan het werk.

Ik denk, dat hier ook de verklaring ligt, waarom die man uit Groningen, die ik in de inleiding aanhaalde, ontspoorde. Want hij had, net als Eliëzer, eerst een flink aantal scherpzinnige vragen moeten stellen over dat huis. Het was zeker bijzonder dat er daar op het laatste moment nog getelefoneerd werd en hem een huis werd aangeboden, maar in de taal van Eliëzer: hij had moeten zien of de Heere zijn weg voorspoedig maakte door nuchter te kijken of de fundering van dat huis wel goed was. En omdat hij dat oversloeg, zijn eigen verantwoordelijkheid niet gebruikte, ging hij op een fout spoor.

Ik spring nu even over naar het nieuwe testament. Als de apostel Paulus in Handelingen 21 op zijn zendingsreis terugreist naar Jeruzalem en leiding zoekt of hij gaan moet naar Jeruzalem of niet en advies vraagt van de gemeente, dan komt daar een profeet, Achabus. En die Achabus bind met Paulus riem, die hij blijkbaar van zijn lichaam trekt, zijn voeten, zijn eigen voeten en zijn handen en hij zegt: ‘’Zo zal God de man binden, die nu naar Jeruzalem reist.’’ En alle broeders zagen dat al een aanwijzing dat Paulus niet moest gaan. Dan lezen we, dat Paulus alles overwoog en toen zei: ’’Na alles overwogen te hebben, ik ben eventueel zelfs bereid voor Christus te sterven’’ en hij gaat toch. Toen hij niet te overreden was, vertelde Lucas, hielden we ons stil en we zeiden: ‘’De wil van de Heere geschiedde.’’ Dat is nu de wil van God, niet alleen met een grote W, d.w.z. de tien geboden, maar dat is de wil van God zoals Hij ons leven leidt. En ze berusten, ze aanvaarden die leiding van God in het leven van Paulus. Dat sloot Paulus eigen afweging in.

Tot slot bij dit eerste punt nog even een verhaal, dat ik altijd een prachtig verhaal vind van een collega van mij in het L’Abri werk. Een man, die in L’Abri tot geloof gekomen is en die toen hij medewerker werd, op een goed moment een vrouw leerde kennen die 20 jaar ouder was dan hijzelf. Hij ging van die vrouw houden, maar hij dacht, moet ik die vrouw nu kiezen of niet. Hij sprak evangelische Christenen en die zeiden: ‘’Nou, dan moet je de wil van God vragen.’’ Hij besloot om te doen wat ze hem aanraadden, bidden en dan de Bijbel open laten vallen. Hij bad en hij liet de Bijbel open vallen. En wat viel open? De geschiedenis van David en Bathseba, Hij zei: ‘’Ik wist in de wereld niet wat ik daar mee aan moest.’’ Van overspel is hier werkelijk geen sprake. Hij zei: ‘’Toen heb ik er over nagedacht. En toen heb ik toch ontdekt dat God  mij daardoor iets wilde zeggen. Zoiets van, je moet geen onzin met me uithalen. Ik ben geen Boeia bord of Itching of een of ander magisch consultatiebureau. Je weet wat ik over het huwelijk gezegd heb. Lees dat dan na in de Bijbel. En als je van die vrouw houdt, staat er in de Bijbel dat je niet mag trouwen met een vrouw die 20 jaar ouder is dan jezelf?’’ En zo is hij verder gaan zoeken. Nou het stond nergens in de Bijbel dat een huwelijk aan een leeftijd gebonden is. Goed, hij heeft toen bij het licht van de Bijbel inhoudelijk overwogen wat de Wil van God was, met een hoofdletter W. Hij groeide in de subjectieve zekerheid, dat hij die vrouw moest trouwen. Alle omstandigheden stelden hem er toe in staat en hij is met die vrouw getrouwd.

Kortom, Gods leiding is een leiding, die Hij bewijst aan mensen, die Hij een eigen wil en een eigen verantwoordelijkheid gegeven heeft. Soms in bijzondere omstandigheden en soms ook in doodgewone. Maar die eigen verantwoordelijkheid moeten we dan ook wel gebruiken, anders ontmenselijken we ons zelf. Dan handelen we onder de maat van ons geschapen zijn.

Goed, dit was mijn eerste punt. Nog twee.

  1. Wat is het wel?

Misschien moet ik na dit eerste punt van mijn referaat, mijn verhaal in onze kring toch een andere wending geven, want ik vermoed dat na dit begin van mijn lezing, velen die dit nu vandaag aangehoord hebben, het wel van harte met me eens zijn. Maar dat ze zich intussen niet realiseren, dat ze met deze stelregel in het hoofd uiteindelijk alleen nog maar beslissingen zijn gaan nemen op grond van menselijke overleggingen en menselijke principes, uit de Bijbel afgeleid. Dat is het waar wij, gereformeerden, heel goed in zijn. We hebben onze beginselen, op de Bijbel gebaseerd, we hebben onze principes, die toetsen we aan de Schrift. We hebben onze leefregels en onze tradities en bovendien ons gezonde verstand. Op het kompas van die alle varen we. We beslissen vaak zelf en we vragen achteraf of God die weg wil zegenen. Daarmee vallen we vaak in wat ik zou willen noemen een soort vroom humanisme. Hier ligt nu de tweede regel, die ik steeds weer in het Schrift aantref en die ik nu vanmorgen eens grondig vanuit de Bijbel wil belichten. Namelijk dat de Bijbel ons veel meer belooft dan alleen onderwijzing in Gods Wil met een grote W en dat de Bijbel ons veel meer belooft dan, laten we zeggen, een leidraad. Nee, er is een apart werk van God in ons leven van besturing, bescherming en levensleiding. En ik ben van mening dat wij graag in een begrijpelijke reactie op overgeestelijk schriftgebruik of een magische opvatting wat leiding is, in een ander uiterste zijn gevallen en dat is wat ik noemde vroom humanisme. Er zijn mensen die teveel van God verwachten. Die heb ik in het eerste punt eigenlijk genoemd. Die zichzelf eigenlijk een nul achten. Maar er is ook een levensgroot gevaar om te weinig van God verwachten als het om leiding gaat. Wie teveel van God verwacht zit eigenlijk op een lijn, waarbij hij zichzelf onderschat en vaak is dat vervlochten met een visie op Gods voorzienigheid die heel lang in de kerk heeft geleefd, dat toch alles wat gebeurd toch eigenlijk door God wordt gedaan. Dan is God haast gelijk aan het lot. Dat noem ik vroom fatalisme. Lijnrecht daar tegenover staat dat vrome humanisme, waar wij vaak in vervallen. God is in de hemel en wij zijn op aarde en met ons kleine leventje bemoeit Hij zich niet. Hij heeft a.h.w. als een horlogemaker het uurwerk van deze wereld gemaakt en opgewonden, de wetten er van vastgesteld, maar nu loopt alles zonder Hem en zoals wij dat in vrijheid bepalen. Dat zeiden de deïsten in de tijd van de verlichting en dan raakt God afwezig. Het is misschien wel een van de oorzaken van kerkverlating, dat jongeren de werkelijkheid van God in ons leven niet meer ontdekken en dus ook gewoon maar hun eigen leven gaan leiden. Daarom voer ik in het tweede hoofddeel van mijn referaat een pleidooi voor mijn nieuwe visie op de leiding van God in ons leven, tussen van fatalisme en deïsme in. Nl. als een werk van Gods Geest in de verlossing van ons bestaan, waarbij Hij ons meer geeft dan alleen inzicht in de redding, die Hij ons gegeven heeft. In het verleden geworteld en in zijn voltooiing straks, maar ook meer dan alleen geboden voor onderweg, maar iets waarin Hij ons doet ondervinden: onder de miljoenen heb Ik ook u in het oog. Dat is levensleiding. Dat is de kern ervaren. Hij heeft een plan ook met mijn en met uw leven. Het is eigenlijk de voortdurende ontdekking en ook verrassing van gelovigen in de heilsgeschiedenis.

Ik ga een stapje verder in de Bijbel, naar het tweede Bijbelboek, Exodus en de verdere boeken van Mozes. De persoon van Mozes. Mozes heeft vaak gesproken over levensleiding. Ik denk nu aan het lied van Mozes, Exodus 15. Ik denk ook aan zijn slotredevoering in Deut. 32 en in het midden die prachtige geschiedenis in Exodus 33, waarbij hij tegen de Heere zegt: ‘’Ik neem er geen genoegen mee als U mij alleen die tafelen der wet onder de arm meegeeft.’’ En dan zegt God: ‘’Dan geef Ik je een engel om je te begeleiden.’’ Mozes zegt dan: ‘’Ook dat is niet genoeg. Als U zelf niet met me mee gaat, laat me dan van hier niet optrekken.’’ Nu, dat is de kern van levensleiding. Die plotselinge ontdekking aan de ene kant en aan de andere kant dat  diepe verlangen wat Mozes hier tot uitdrukking brengt, dat de Heere zelf in mijn leven, mijn leven leidt. Dat roept hij als het ware uit in een jubelroep in Exodus 15, midden in het lied van Mozes, na de uitredding uit de Rode Zee: ‘’Gij hebt Uw volk geleid, Uw volk dat Gij verlost hebt. U leidde het in grote kracht.’’ Nu, daarin proef ik iets van het bijzondere, wat ik persoonlijke levensleiding noem. God is reëel, persoonlijk, in ons leven bezig. Werkt, leidt het volk wat Hij verlost heeft.

Wie de muziek van Handel gehoord heeft bij Exodus 15: ‘’Dank sei dir Herr, Du hast Dein volk hinaus gefuhrt,’’ die weet, hier zingt Mozes over veel meer dan alleen maar een daad in het verleden of hoop voor de toekomst. Hier klinkt de verwondering door, het is dus toch waar. Hij was niet afwezig toen de nood op het hoogst steeg en de uitweg afgesneden leek. Toen heeft Hij ons geleid. En in zijn afscheidswoorden, vers 12, Deut. 32 zegt Mozes: ‘’Zo heeft de Heere alleen ons geleid en geen vreemde God stond Hem terzijde.’’ En met dat woordje ‘zo’ duidt hij aan zo, zoals een arend zijn jongen leidt en leert vliegen. Hij gebruikt het schitterende voorbeeld, hoe een arend op de punt van een rots zijn jongen leert vliegen. Hij geeft ze dan een zetje en als ze dan vallen, als ze op de goede leeftijd zijn, overboord en dan moeten ze zelf leren vliegen. Maar dan zweeft vader arend daar boven en op het moment dat hij denkt, nou gaat het fout, laat hij zich op hen vallen als op een prooi, schiet er langs, duikt eronder en draagt hen op arendsvleugelen. Dat beeld is van Mozes.

Wat mij bij die studie van Mozes opviel, was die verrassing: zo leidt God ons leven. De gemeente, het volk van God, maar ook ons persoonlijk. Eigenlijk gaat het Mozes niet eens om leiding als een ding of een kompas of een orakel. Nee, bij Mozes valt het op, dat het hem gaat om de leider. ‘’Wilt U er zelf bij zijn?’’ vraagt hij.

Het woord leiding komt in de Bijbel niet voor. Wel het werkwoord ‘leiden’ en vooral ‘leidsman’, want daarom gaat het bij de leiding van God in ons leven. Iemand die naast mij staat, mijn leven leidt. Nu, daar gaat het ook over in de Psalmen en in de Profeten, twee andere hoofddelen van de Bijbel in het Oude Testament. Dit kan ik vanmiddag waarschijnlijk breder uitwerken aan het begin van de discussie of aan de hand van de vragen.

Het valt steeds weer op, hoe vaak in de Psalmen bijvoorbeeld, gevraagd wordt naar de leiding van God in het leven. Psalm 25: ‘’Heere, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.’’ Psalm 32, daar wordt gebeden om lering en onderwijzing aangaande de weg, die ik gaan moet. En zo dwars eigenlijk door alle psalmen heen. Psalm 48, 67, 143, de psalmen rondom 77. Misschien is het, het hoogst beschreven in Psalm 23: ‘’Gij leidt mij in Uw rechte sporen om Uws naam wil. Hier is geen sprake van romantiek. De rechte sporen, waarop de Heere ons leidt zijn niet kaarsrechte wegen, moderne autobanen, die regelrecht naar het doel gaan. Nee, het zijn doeltreffende wegen. Rechte wegen hier in Psalm 23, zijn doeltreffende wegen, zij leiden naar het doel.

En als iemand zegt: ja maar, zal dat in de psalmen toch niet alleen gaan om de uitleg van het gebod: Heer leer mij Uw wegen, leg mij Uw gebod zo uit dat ik het kan toepassen. Dan zou ik zeggen, nou nee, overal in die psalmen zit daar die dimensie meer in. Die dimensie meer, die ik misschien het beste kan duidelijk kan maken aan de hand van een voorbeeld uit de vakantie.

Wellicht dat u weleens in Parijs verdwaald bent geraakt, die geweldige grote stad met zulke grote gebouwen, brede wegen en grote kruispunten. Dan is er verschil of je een stadsplan voor je hebt liggen en je moet gaan rekenen en cijferen of dat je halverwege de rit als je verdwaald bent een voorbijganger vraagt die zegt: ‘’Och, ik stap wel even in’’, die naast je komt zitten, mee rijdt en de weg uitlegt volgens het stadsplan. En dan te bedenken, dat het iemand zou zijn die niet alleen een Parijzenaar zou zijn, maar die de hele stad gemaakt heeft. Nou dan ben je op het punt van de Psalmen belandt. Dat is het waar de psalmen om vragen: Heer wilt U zelf met mij mee gaan en mij de weg wijzen? Tenslotte zien wij dit ook in de profeten. Ik denk nu aan een tekst, Jesaja 48:17. Daar zegt Jesaja in een adem: ‘’Ik ben de Heer uw God, die U leert opdat het u wel gaat.’’ Nou, dat wisten we uit de Thora, maar hij zegt er in een adem bij: ‘’Die u ook de weg doet betreden die gij gaan moet,’’ d.w.z. die u uw levensweg aanwijst. Voor Jesaja een bron van grote troost. Hij mag profeteren dat de Heere naar Zijn volk zal terug keren en dan zal Hij hen voeren en leiden, Jesaja 42:6. Dat doet Hij vooral met de hongerige en dorstige, Jesaja 57:18 en de zwakken en zogende, Jesaja 40:11. Hij zal hen leiden en voeren aan waterbronnen, Jesaja 49:10. In vreugde zult ge uittrekken en in vrede geleid worden, Jesaja 55:12.

Als Israël het vasten leert, wat God graag ziet, nl. ontferming bewijzen aan de ellendigen, het voeden van de armen, dan zal de Heere , zegt Jesaja, u voortdurend leiden en in dorre streken u verzadigen. En zo spreekt ook Jeremia in hoofdstuk 2:13, vers 6 en in 31:19. Je ziet bij Jesaja het wordt ook aan voorwaarden verbonden: dan moet het volk het ware vasten leren en dat is ontferming over de armen. Geen wonder, dat we in Nieuwe Testament dan vooral deze belofte zien terugkeren.

Zeker, het Nieuwe Testament spreekt minder breed over de omgang met God als de Psalmen bijvoorbeeld. Maar hier gaat het dan ook over de vervulling van alles, wat God aan Israël gegeven heeft en nu door de uitstorting van de Heilige Geest, geldig voor alle volkeren. Als de Heilige Geest wordt uitgestort, zegt Jezus, Zal Hij u leiden. Het staat er zo, in Joh. 16:7: ‘’In alle waarheid, zegt Hij.’’ Slaat dat dan alleen op schriftuitleg, nee, dan zeg ik, er zit een dimensie meer bij. Ik zal u persoonlijk leiden op de weg in de werkelijkheid van God en in dienst aan het Koninkrijk.

Hij is de vervulling, de Heilige Geest, van het gebed van Psalm 25: ‘’Leer mij naar Uw wil te handelen, laat mij in Uw waarheid wandelen.’’

Hij leidt ons in de oudtestamentische zin, zoals een herder dat doet, Joh. 10:16. En Paulus zegt: ‘’Allen die door de Geest van God geleid worden zijn zonen van God. Voor hen doet de Heere zelfs alles uiteindelijk medewerken ten goede, omdat zij Hem liefhebben.

Genoeg zo over het tweede punt, wat de Schrift leert over ‘leiden’. Ik maak er een conclusie bij. Als ik zo een conclusie trek na de lezing van alle plaatsen in de Schrift waar het woord leiding, leider of leidsman in voorkomt, zou ik dat als volgt willen samenvatten:

Inderdaad, soms is in de Bijbel ‘leiden’ alleen maar ergens heen brengen. ‘’Ik heb u uit Egypte geleid.’’ Een totaal proces, dat ingrijpend is voor het volk. Haast synoniem met redden. Ik heb u uit Egypte gered, maar in veel gevallen past dit niet. Denk maar aan Genesis 24, de geschiedenis van Eliëzer. En er is sprake van bijzondere en persoonlijke besturing onderweg, Genesis 24. Een beschermende, hier en nu uit reddende hand van God, Psalm 48. Soms ook besturing, die mysterieus is, Jozef, of ons diep beproeft, Deut. 8. Soms een totaal verrassend gebeuren, Genesis 45. In Psalm 23 wordt dit alles samengevat, als er staat: ‘’Hij leidt ons in Zijn rechte sporen om Zijns naam wil.’’

Ik noem de leiding in ons leven een verbijzondering van Gods redding. Ze valt binnen het reddingswerk van God. In het kader van onderwijzing en redding ondervindt de gelovige, dat die redding en onderwijzing op hem persoonlijk gericht is. En zijn levensweg, zoals we zongen, tot een heilsweg maakt. De jubel van Mozes in Exodus 25 is dan ook geboren uit de ervaring: ja, onder de miljoenen heeft God mij, ons in het oog.

Het leidt tot verschraling van ons geloofsleven als deze dimensie verloren gaat en als redding en lering afzonderlijke thema’s worden in een catechismusboek. God is geen leraar die ons leert hoe je drenkelingen moet redden, Hij redt ons van de verdrinking. Hij is geen leraar ethiek, nee, Hij komt naast ons staan en zegt: ‘’Zo moet je doen.’’ Hij is onze leidsman, onze Herder, onze Gids.

Tot zover dit tweede punt.

  1. Hoe werkt het?

Ten slotte het derde en meest praktische deel van mijn lezing. Hoe ontdekken we nu de leiding van God in ons leven? Weten we dat altijd vooraf? Krijgen we altijd directe aanwijzingen van boven? Langs welke weg maakt de Heere ons dat nu duidelijk? Misschien vraagt u wel: hoe komt het dat ik die leiding van God in mijn leven zo weinig opmerk of onderga?

Daarvoor tenslotte nog een aantal praktische opmerkingen, uiteengezet in 4 regels:

  • Pas wie gelooft in Gods leiding leert ze ook zien.
  • Er is geen leiding zonder toewijding.
  • Het zien van Gods leiding is een leerproces.
  • God leidt ons middellijk.

 

  • Pas wie gelooft in Gods leiding leert ze ook zien.

Ik ben eens met een groepje journalisten van De Telegraaf, het Algemeen Dagblad en van de Friesche Courant, een groep van een man of tien, in Zwitserland geweest bij mevrouw Francis Schaeffer in Huémoz. Zij waren benieuwd naar het werk van L’Abri. Mevrouw Schaeffer heeft hen toen de hele morgen het L’Abri story, dat is het verhaal hoe L’Abri is ontstaan, verteld. Dat is een zeer bijzonder verhaal. De journalisten luisterden met stijgende verbazing en toen ze weer buiten waren zeiden ze tegen elkaar: ‘’Dat is wel een bijzonder buitengewone samenloop van omstandigheden.’’ Een ander zei: ’’Sterk verhaal.’’ Een derde: ‘’Vorige week heb ik een boeddhist gesproken en die had precies zo’n soort verhaal.’’ Dat was zo het commentaar.

Ik denk, dat het ons laat zien, dat je, als je geen oog hebt, geen geloof hebt in de belofte van God, dat Hij ons leidt, dan zal je het ook niet zien. Soms handelen wij als gelovigen precies zoals die journalisten. We zijn zo beïnvloed door het deïsme en Darwin, die beweert dat alles uit het toeval ontstaan is en door toevalligheden geleid wordt, dat wij dan niet meer in praktijk brengen wat de Heere ons voorschrijft in Deuteronomium en in de Psalmen, nl. om voortdurend te gedenken. Gedenk dan heel de weg, waarop de Heere u geleid heeft. Dat is een activiteit die wij moeten doen, waardoor we gaan ontdekken, wat God in ons leven gedaan heeft en dat ook blijven eren en prijzen.

  • Er is geen leiding zonder toewijding.

Dat is een heel belangrijke regel om in gedachten te houden. Want als iemand geen leiding in zijn leven ondervindt kan dat zijn, omdat er iets fundamenteels in zijn leven verkeerd zit. We zien dat bij Eliëzer. Waarom krijgt Eliëzer nu zo’n bijzondere leiding, verhoring op het gebed en daarna het vinden van deze vrouw, waarom is dat zo? Nou, ook bij Eliëzer is bijzonder duidelijk aan te wijzen dat het een man is die zichzelf zeer ondergeschikt heeft gemaakt aan het doel van God, aan zijn heer en aan de God van zijn heer. Dat kostte hem zijn positie. Hij was de eerste slaaf, bedrijfsleider van Abraham en nu komt die zoon opzetten. Eliëzer onderschikt zich en in ootmoedigheid dient hij God en zo leidt de Heere hem dan ook. We hebben bij Jesaja gelezen, dat deze dat toespitst en zegt: als u zelf niet het ware vasten kent, de toewijding aan het koninkrijk van God in concrete daden, dan komt er geen leiding in ons leven. Zonder toewijding geen leiding.

  • Het zien van Gods leiding is een leerproces.

Dat treft mij steeds weer in de Psalmen. Denk aan Psalm 25. Vier keer wordt het gezegd: ‘Leer mij Uw weg.’ Eigenlijk niet zo verwonderlijk. Er zijn meer dingen in het leven die je niet zo maar beheerst, die moet je leren. En wij denken dat wij zo’n groot ding maar direct  kunnen. Nee, de Psalmen leren ons dat je hier te maken heb met een leerproces. Ik denk terug aan hoe ik leerde surfen. Dat ging ook niet ineens. Je moet eerst de regels leren, je moet iets weten van zeilen en er zit ook een grote dosis aanvoelingsvermogen bij. Je moet eigenlijk aanvoelen waar de wind vandaan komt en hoe je daar op inhaakt. Vaak denk ik, zo is het ook met de ontdekking van de leiding van God in ons leven. Je moet leren aanvoelen en Gods aanwezigheid daarbij steeds bespeuren. Zo is de Heere met me, denken we dan en zo niet. Daarvoor is karakter nodig dat getraind is in de wil van God. Trouw aan het gebod, bereidheid tot gehoorzaamheid. Maar er is meer. Er is ook die vrucht van de omgang met God waarbinnen Hij ons door zijn vrede leert ontdekken wat Hij wil dat we gaan doen.

  • God leidt ons middellijk.

Het kan een hulp zijn om de wegen waarlangs God ons leidt eens even op een rij te zetten. Ik heb dat geleerd van Bob Mumphert, een Amerikaan die een boekje schreef onder de titel: ‘Een andere kijk op leiding.’ Die spreekt over 3 bakens. Hij vertelt hoe hij op zijn vakantie in Griekenland steeds een haven binnen moest zeilen, waar hij alleen binnen kon komen als drie bakens op een rij lagen en als hij ze op een rij zag liggen, dan wist hij, zo moet ik er langs. Hij zegt: ‘’Zo is het ook met de leiding van God in ons leven.

Hij voert ons langs drie bakens: zijn woord, het getuigenis van zijn Geest in ons hart en de omstandigheden.’’ Je zou kunnen zeggen: Vader, Zoon en Geest.

De Vader, die als de schepper onze situatie en onze omstandigheden bestuurt en daarin werkt. Daar moeten we dus ook mee rekenen. Ik kan wel een roeping voelen om naar Amerika te gaan, maar als de middelen mij niet ter beschikking staan, kan ik er niet komen. Dan moet ik om zekerheid te krijgen over de leiding van God bidden of Hij mij ook de middelen verschaft.

Dan dat laatste punt, de omstandigheden. Het eerst punt dat Hij noemde, was het woord van God. Hier spreekt Christus tot ons en leert ons hoe Hij ons wil inschakelen bij Zijn werk. Onderwijs over Gods wil.

Geest van God leidt ons door subjectieve zekerheid. Dat mag je onder gereformeerden haast niet zeggen en toch is dat wel waar. Je kan je hier natuurlijk verschrikkelijk vergissen. Er is een zekere zelfkennis voor nodig om te weten of je jezelf niet iets wijs maakt. Of je toch misschien niet onbewust je eigen begeerte volgt. Toch staat er in Colossenzen 3 niet met zoveel woorden: ‘’De vrede met God blijft scheidsrechter.’’ Er staat: ‘’De vrede van Christus moet scheidsrechter zijn in uw harten. Een schitterend beeld: een scheidsrechter fluit als er iets verkeerd gaat. Nou, zo geeft God ons Zijn vrede in het hart en als wij dingen doen die niet uit God zijn, dan gaat het toontje van de scheidsrechter. Dat is subjectief. Dat zit zeker vervlochten met je gevoel en met je onbewust aanvoelen van dingen, maar dat is zeker een weg in de Bijbel waarlangs God ons leidt.

Ik zou, als ik die drie punten hoorde, er nog een vierde aan toe willen voegen en dat is, je moet je daarbij ook altijd laten adviseren vrienden, door de gemeente. Een beroep op leiding in de gemeente moet door de gemeenteleden altijd worden getoetst en ook gezamenlijk mee overwogen en beaamd. Zo krijgt bevestiging van vrienden, van de gemeente, de plaats van een vierde baken. De gemeenschap der heiligen. We zien dat Petrus dat bijvoorbeeld ook doet in Handelingen 11.

Tenslotte, vaak ontdekken we Gods leiding pas achteraf. Ik heb u in punt twee al gezegd, dat het geloof in Gods leiding geen succes-story, een succes-verhaal geeft met een happy end. Johannes de Doper is daar een levensgroot voorbeeld van. Hij eindigt zijn leven als een heraut van Christus in de gevangenis, in een kerker. Inderdaad, of moeten we zeggen: Herodus met zijn doortrapte vrouw verstoorde de weg van God? Geloven in de leiding van God, betekent niet geloven in een God die als een poppenspeler ons als marionetten bestuurt. Nee, de geschiedenis heeft zijn eigen vrijheid, mensen hebben hun eigen verantwoordelijkheid, enz. Die kunnen tegen Gods bedoeling ingaan, zodat het door onze zonde en door wat er gebeurt in de geschiedenis het geloof van de leiding van God in ons leven alleen de vorm krijgt van een aangevochten verwachting. Een geloof van op hoop tegen hoop er op vertrouwen dat uiteindelijk toch zal blijken, dat God alle dingen heeft medewerken ten goede.

Dus ik wil op het eind benadrukken met het voorbeeld van Johannes de Doper, dat het niet zo is dat we altijd helder inzicht hebben in Gods weg met ons leven. Toch wil ik er dan op wijzen, dat de Bijbel begint heel in het begin, met de geschiedenis als van Jozef, die misschien ook gedacht heeft, toen hij daar in de kerker zat; is dat nou de leiding van God in mijn leven? Die geschiedenis is ons toch gegeven als een voorafschaduwing van de weg van de Zoon des mensen, Jezus Christus, die ook door de diepten heen kwam tot de opstanding en door wiens opstanding en terugkeer wij geloven. Uiteindelijk zal zelfs Johannes de Doper dankzij het kruis en de opstanding van Christus een Jozefgeschiedenis gehad zal blijken te hebben. Dat zeg ik niet uit waarneming, maar uit geloof in het kruis en de opstanding van Christus. Christus, die straks alle gekerkerden in vrijheid zal stellen, alle slachtoffers zal oprichten en de levensgeschiedenissen van al de zijnen zal rechttrekken, ook van martelaren en van slachtoffers. Ze zullen straks gerechtvaardigd worden op de dag van de Opstanding.

De ervaring van de leiding van God in ons leven hier en nu, geeft ons als het ware een voorproefje van die laatste ontknoping.