Utrecht, december 2020
Inleiding.
“Verborgen aanwezig” kan gelezen worden als een soort van terugblik, een verwerking van de grote crisis van de twintigste eeuw. De eeuw begon in het jaar dat de filosoof Nietzsche stierf (1844-1900). Van hem komt de gelijkenis van de ‘dwaze mens’ die op de klare voormiddag een lantaarn aanstak, op de markt ging staan en zonder ophouden riep: Ik zoek God, ik zoek God! De mensen keken hem glazig aan en hij vervolgde: Ik zal het jullie zeggen: wij hebben hem gedood. Gij en ik, wij allen zijn moordenaars. Hoe hebben we het kunnen doen: de zee leeg drinken, met de spons de horizont uitwissen.. de aarde van haar zon losmaken? Waarheen bewegen wij ons thans? Dwalen we niet als door een eindeloos niets? Is het niet kouder geworden? Horen wij al niet het geruis van de doodgravers..? (zo lezen we in het boek, dat cynisch genoeg de titel droeg: De blijde wetenschap). Toen volgde de eeuw van de wereldoorlogen en de moord op zes miljoen Joden.. Is dat niet één grote bevestiging van de crisis die Nietzsche zag aankomen? Ik begin het boekje met het chassidische verhaal : de vraag aan rabbi Isaac Meyer, toen hij nog een jongen was: Isaac: kan je mij zeggen waar God is? Dit boekje is geschreven voor wie door die crisis is heengegaan. Wees niet bevreesd, Hij is er en hij leeft: Verborgen aanwezig: door mensen gedood, uit as herrezen. Er waren er al veel eerder dan Nietzsche die dachten dat hun hoop op leven dood was, toen kregen zij een wonderlijk verhaal te horen (Lucas 24: 27) Verborgen aanwezig zegende Hij hun bestaan. Zondag jl heb ik in de Jacobi kerk in Utrecht het avondmaal gevierd en ben opnieuw aangeraakt. Van al de figuren die ik in dit boek bespreek was dit de kern van hun hoop, die Verborgen Aanwezigheid, betwist en betwijfeld en ondanks alles steeds nieuw gevonden.
De corona crisis was wel de aanleiding tot dit boekje , al was het alleen al doordat wij, ouderen, meer dan normaal aan huis gebonden zijn. Wat mij betreft heb ik van die ‘nood’ (nu ja..) van de sociale isolatie een deugd gemaakt. De crisis zelf beleef ik als een ‘wake-up call ‘, waar zoals we rondom ons hebben gehoord en gelezen, de één deze en de ander weer andere lessen of lering uit trekt. Voor wie leeft vanuit de hoop van de Emmausgangers (zie boven) is ook deze tijd niet zonder verrassingen..
Veel mensen zijn op zoek naar het verband naar henzelf en het verhaal van de wereld om hen heen. Dat is denk ik een reactie op de postmoderne tijd die nu achter ons ligt waarin het haast een standaardgezegde werd dat nu na de ontmaskering van alle ideologieën en grote wereldoorlogen de tijd van de Grote verhalen voorbij is. Maar een mens kan niet zonder. Als er geen verhaal meer te vertellen valt zinken we weg in een gevoel van zinloosheid.
Ik werd tegen de hierboven beschreven achtergrond geboeid en geinspireerd door de in dit boek beschreven bijbelse personen en hun verhaal.
Associatief bijbellezen.
Ik ben blij iets te kunnen schrijven over associatief bijbellezen. Er waren een paar reacties op mijn laatste boek (Verborgen Aanwezig) die terecht om wat verheldering vroegen bij bijv. het hoofdstuk 2 over Jozef. Wat doe je eigenlijk als je daar zo maar teksten bijschrijft uit het N.T. zie p.31. ?
Ik noem dat een gevolg van een manier van bijbellezen die niet direct verklarend en analytisch of verstandelijk is, maar meer associatief. In het woordenboek staat bij associatie:”Verbinding van voorstellingen: je ziet iets en je moet daarbij meteen aan wat anders denken”. Dr. H.de Jong geeft daarvan voorbeelden in de Studiemap Theologische Studiebegeleiding J-14 :Enkele aspecten van de Jozefsgeschiedenis.Ik citeer pagina 15: Toen ik eens de kathedraal van Chartres bezocht kreeg ik van een engelese kunsthistoricus die daar stage liep de uitleg van een raam waarop de geschiedenis van Jozef stond afgebeeld. Van boven naar onder en van onder naar boven werden de trappen van de vernedering en verhoging van Jozef doorlopen totdat we aan de top kwamen waar Jozef verhoogd was aan de rechterhand van de Farao, van welke plaats hij een groet volk van leven en overvoeld voorzag. Jozef was daar duidelijke een type van de Here Jezus.
Kan dat? Ik moet toegeven dat voor deze typologie niet altijd een uitgedrukte tekst in de bijbel te vinden is. Maar, vroeg ik me af, kun je , het evangelie kennend, de associatie van de geschiedenis van Jozef met die van Jezus Christus wel onderdrukken? Zij dringt zich toch aan je op? Ik maakte eens een dooplied en daarin gaf ik de geschiedenis van Naaman de Syriër een plaats. Naaman die in het water van de Jordaan was afgedaald. “Dat gaat verder dan de Schrift, die nergens de geschiedenis van Naaman met de doop in verband brengt” kreeg ik als commentaar. Het is waar. Maar als ik daar die Naaman in het water van de Jordaan zie staan, dan kan ik het niet helpen dat ik aan een doop moet denken. Quod not in tora, non est in mundo? Kom nou! Je moet met die typologie je exegese niet overbelasten, dat is waar, maar je kunt met de Schriften meer doen dan ze uitleggen. Je kunt ze daarnaast ook gebruiken , dat wist Calvijn al. We lopen in de bijbel op van het Oude naar het Nieuwe Testament en vooral dan moet je voorzichtig zijn, ze wordt in plaats van uitleg ook gemakkelijk inleg. Maar je loopt in de Schrift ook terug van het Nieuwe naar het Oude Testament en dan vallen de vooraanduidingen van het nieuwe in het oude bijzonder duidelijk op”.
Eerder had De Jong in deze studie over Jozef er op gewezen hoe Petrus zelf al in het Nieuwe Testament Genesis 45 en de Jozefsgeschiedenis aanhaalt, als hij zegt: ‘En nu broeders , ik weet dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten, maar zo heeft God in vervulling doen gaan, wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus moest lijden.. (Handelingen 3:17 en 18).” Leg daar de tekst bij uit Genesis 45: 5-15 en de Jozefsgeschiedenis springt er uit . Stefanus noemt in zijn toespraak aan het volk letterlijk Jozef (Hand.7:13) als hij het volk verwijt hoe zij altijd al de rechtvaardige hebben vervolgd uit hun eigen midden. Er is dus wel degelijk een bijbelse basis voor de verdere associaties die ik op p.31 e.v. gemaakt heb. Mis je dat imaginaire vermogen dan kan ik mij wel voorstellen dat er detailvergelijkingen voorkomen op die pagina’s waar iemand niet in meekomt. Ik zal er een noemen: Mag je nu in :God heeft zijn geliefde Zoon gestuurd, allereerst naar de zijnen( Johannes 1:11) en dan tot zegen van de hele wereld (Johannes 3:16) nu in Jozefs zending een voorafschaduwing zien? Dat heb ik zeker met de niet geheel gelukkige keuze van Johannes 1:18 aangeduid. In dat ene vers moet de welwillende lezer heel die hoofdlijn van het Johannes evangelie verstaan van 1:11 tot 3: 16.
Overigens heeft De Jong ook nog een interessante oplossing voor de vraag waarom het inderdaad opvalt dat op enkele overigens veelzeggende teksten na het N.T. sober is in het noemen van de naam en persoon van Jozef. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat Juda na Efraim (=Jozef ! ) leidend geworden is in Israel.. dus : niet te veel meer terugwijzen naar een later op de tweede plaats en misschien zelfs voor altijd verloren positie van een afgeschreven leider.. Maar dit voert m.i. wel wat ver.
Ik houd het erbij dat er duidelijke bijbelse aanwijzingen zijn voor de associaties die ik aanvoer op p. 31 in de geschiedenis van Jozef , met dan ook de uitschieter: waarom is men in de geschiedenis van de uitleg van Jozef in alle associaties toch niet ook doorgestoten naar nummer 10? De zelfonthulling van Jozef aan zijn eigen broers, volgens Paulus te verwachten ‘na de tijden der heidenen’ (Romeinen 11: 26). Daar ligt het ‘dogma-funderend” schriftwoord dat ons de hoop geeft voor het Israël als broeders van Paulus ‘naar het vlees’ (Rom.9 :3).
Associatief bijbellezen is niet dogma-funderend, maar het is wel dogma-illustrerend. Ik heb dit onderscheid eens ergens gelezen en over eye-openers gesproken : dat was er een voor mij. Associaties openen de ogen de voor soms wat saaie en droge en massieve dogma’s. De bijbel zelf gaat ons daarin voor: wat zeg je van alle associaties bij Melchizedeck in Hebreeen 7 Zonder moeder zonder vader zonder geslachtsregister en toch in grootte uitrijzend boven Abraham. Hier kan een rationele clean denkende westerling niets mee.. Maar de doorwrochte bijbelschrijver zelf is er zeer door ontroerd, het is precies Jezus.. dat is een dogma-illustrerende associatie, niet dogma funderend. Wie het vatten kan , die vatte het..en indien niet, geen ramp , laat maar liggen. Zo ga ik ook om met wie in mijn boekje met eyeopeners niet helemaal mee kunnen komen. Dat zijn in ieder hoofdstuk vaak associaties. Niet getreurd. De bedoeling was om wat vastligt in de “dogma’s “ te verhelderen. Wie ‘Melchizedeck’ niet aanspreekt , heeft aan de dogma- funderende delen van de Hebr. brief (hopelijk) genoeg.
Zo gaat het met veel andere associaties in de bijbel. Denk aan Hagar en de berg (Ha-gar) in Galaten 4:25. Logisch en exegetisch niet te verdedigen. Maar wel een eye-opener. Wie het vatten kan vatte het. Er zijn verbanden die ons als associatie gegeven worden. Ik denk aan wat dr.F.C.de Graaf doet in zijn boekje Het geheim van de geschiedenis.p.104. Hij ziet in Esau Rome en de Romeinse kerk en in Jacob de hele geschiedenis van de Joden en komt tot indringende inzichten. Associaties benoemd als boven-historische verbanden. Ieder doe ermee wat goed is. Niet dogma funderend, maar wel dogma-illusterend. De Heillige Geest werkt vaak niet via de rede, maar via de verbeeldingskracht. Mensen krijgen beelden tijdens een kerkdienst, of in een gebedsbijeenkomst. Soms komt het uit hun eigen brein , Paulus zegt: je moet het wel toetsen , maar behoudt het goede (1 Thessalonicenzen 5:19-21: Dooft de Geest niet uit..) want God werkt ook daardoor zolang het zich beweegt binnen de banen van de Schrift.
Twee benaderingswijzen.
Er zijn in de omgang met de Schrift twee benaderingswijzen, de ene is analytisch informatief (A), de ander is associatief verbindend (B).De eerste vind je in de meeste commentaren op de bijbel, de andere in talloze preekschetsen, romans en zelfs science-fiction, denk aan C.S.Lewis.. A. fileert soms tot je van de vis helemaal niets meer herkent, en B. vliegt hoog op soms in ijle verten waar je er helemaal niet meer bij kunt. De goede weg is om het midden te houden tussen de twee.